Een dienstboekje is een op naam gesteld document voor bemanningsleden van een beroepsmatig varend binnenschip. Elk lid van de bemanning, behoudens de schipper, van een binnenschip moet in het bezit zijn van een op naam gesteld dienstboekje. Het dienstboekje dient, voor personen die een patent of vaarbewijs willen verkrijgen, ook voor het aantonen van vaartijd en scheepsreizen op de Rijn en op andere vaarwegen. Voor de schipper is een apart dienstboekje bschikbaar voor het registreren van zijn vaartijd welke nodig zijn voor het verkrijgen van certifcaten/vergunningen (LNG, ADN, Rijnpatent plus uitbreiding en Grote konvooien)
Het dienstboekje is slechts geldig indien het is voorzien van de officiële aantekeningen. Een dienstboekje zonder deze officiële aantekeningen is ongeldig.
Houder van een dienstboekje is degene op wiens naam het dienstboekje is afgegeven. Deze houder dient het dienstboekje vanaf de afgiftedatum, ten minste eenmaal per 12 maanden, te laten afstempelen door een bevoegde autoriteit. Deze autoriteit is ook verantwoordelijk voor de invulling van de persoonlijke gegevens. Elke bevoegde autoriteit kan haar stempel aanbrengen om de informatie over de afgelegde reizen te bekrachtigen. Door deze procedure wordt het aantal jaren waarin de houder vaarervaring heeft opgedaan officieel vastgesteld en kan de houder op een zekere bekwaamheid aanspraak maken.
Alle Europees erkende dienstboekjes hebben een gelijksoortig formaat.
Verplichting voor binnenschepen
De bekwaamheid voor een functie aan boord dient te allen tijde te kunnen worden aangetoond:
- Voor de schipper door middel van het kwalificatiecertificaat Schipper ( te verkrijgen bij het CBR).
- Voor de stuurman, machinist, volmatroos, matroos, lichtmatroos of deksman door middel van het dienstboekje.
Verplichting voor zeeschepen
Voor zeeschepen die de Rijn bevaren dienen de betreffende bescheiden, waaruit de bekwaamheid van de bemanningsleden en hun aantal blijken, aan boord aanwezig zijn. Bovendien dient zich een persoon aan boord te bevinden die houder is van het grote patent als bedoeld in het Reglement patenten voor de scheepvaart op de Rijn dat geldig is voor het te bevaren riviergedeelte. Na een vaartijd van ten hoogste 14 uren per tijdvak van 24 uren dient deze patenthouder vervangen worden door een andere houder van het Rijnpatent.
In het logboek dienen de volgende aantekeningen worden gemaakt:
- De namen van de houders van het grote patent die zich aan boord bevinden en het begin en einde van hun diensttijd.
- Begin, onderbreking, voortzetting en einde van de vaart met telkens daarbij de vermelding van datum, tijdstip en plaats met aanduiding van de kilometerraai.
Houders van een kwalificatiecertificaat Schipper
De houder van een Rijnpatent of een ander bewijs van bekwaamheid heeft het dienstboekje Schipper nodig voor het aantekenen van de scheepsreizen op die gedeelten, waarvoor het Rijnpatent of het bewijs van bekwaamheid niet geldt en waarvoor hij het met dit gedeelte wil uitbreiden, het behalen van LNG deskundige, ADN deskundige en Grote konvooien.
Inhoud van het Dienstboekje
Het dienstboekje bevat persoonlijke gegevens, zoals de bewijzen van vakbekwaamheid van de houder, de behaalde diploma's en de wettelijk vereiste medische verklaringen. Daarnaast bevat het de specifieke gegevens betreffende de afgelegde reizen.
De schipper aan boord dient te zorgen voor de invulling van de gegevens betreffende de afzonderlijke reizen voor de berekening van de vaartijd en voor het aantonen van de bevaren riviergedeelten. Daarbij dient onder de rubriek "Reis van..." de plaats van vertrek en onder "naar" de het verst stroom op- of afwaarts gelegen plaats (eindbestemming) te worden ingevuld. Opgave van kilometerraaien is ter precisering mogelijk. Onder "via" is slechts dan een aantekening noodzakelijk als het schip een andere vaarweg opvaart of daarvan terugkomt.
Daarbij bevat het dienstboekje een speciale rubriek voor de bekwaamheden van de houder. Alle dienstboekjes die wederzijds worden erkend bevatten een bladzijde die is voorbehouden aan de inschrijving van de bekwaamheden die volgens de Rijnregelgeving zijn verkregen. Deze bladzijde kan vooralsnog alleen door een bevoegde Rijnautoriteit worden ingevuld en de hier vermelde bekwaamheid is de enige die op de Rijn geldig is. Voor de inschrijving van de bekwaamheid volgens de Rijnregelgeving houdt de bevoegde Rijnautoriteit met name rekening met het aantal jaren ervaring van de houder, zoals blijkt uit de eerder beschreven rubriek in zijn dienstboekje.
De houder dient bovendien de aantekeningen met betrekking tot zichzelf en het dienstboekje tot het einde van het dienstverband, arbeidscontract of andere verhoudingen veilig te bewaren. De aantekeningen dienen overeen te stemmen met de aantekeningen in het vaartijdenboek. Op verzoek van de houder dient het dienstboekje te allen tijde en onverwijld aan hem te worden overhandigd. Gegevens betreffende een eerder afgelegde reis dienen vóór het begin van de volgende reis te worden ingevuld. Aanwijzingen met betrekking tot het bijhouden van het dienstboekje en begripsomschrijvingen (zoals "reis" begin en einde) zijn in het dienstboekje opgenomen.